1. De leesmoeder moest bij het hoofd komen uitleggen waarom zij groep 3 Brusselmans liet lezen.
2. Mamma, mijn vriendinnetje begrijpt me niet (Harrie, groep 2).
3. De Railrunnerforensen delen 's middags de NRC-junioreditie.
4. Ik ben de moeder van Davey en ik ben house-vrouw.
5. De oudercommissie was erin geslaagd de middagpauze te verzetten zodat deze niet meer samen viel met The bold and the beautiful.
6. "Hij is nu zes, en dan vinden ze zakgeld onderhand een beetje kinderachtig worden. Dus, zegt-ie, pa, dat gaan we anders aanpakken. Jij moet er ook hard voor werken en het is toch uiteindelijk de bedoeling dat ik op eigen benen leer staan? Kunnen we dan dat zakgeld niet omzetten in een microkrediet?"
7. Hier is je lunch, je melk en wil je vandaag je Maxxer, je buzzer of je GSM-telefoon aan?
8. Lief he, de mini's van FC Ermelo hebben dit weekend hun eerste treinstel vernield.
9. Nee, ik hoef niet naar school gebracht te worden. Vandaag teleleren.
10. Pap, ik moet een nieuwe organizer, deze is maar 32 KB en ik ga straks naar groep 5.
(Met dank aan Arjan Broere
zondag 2 september 2007
Tien stappen op weg naar een artikel
1. De stap van denken naar schrijven is groot. Bouw een tussenstap in door een mindmap te maken van de elementen die in je verhaal moeten komen en hun onderlinge samenhang. Kies rake trefwoorden.
2. Formuleer de centrale vraag waarop het artikel antwoord gaat geven. Ofwel: wat wil je - in één zin geformuleerd - vertellen?
3. Bestudeer je (virtuele) lezer: voorkennis, belevingswereld, leeftijd, belangstelling... alles telt.
4. Begin. Schrijf op wat in je opkomt. Dan heb je alvast de klei; boetseren komt later wel.
5. Tijd voor het knip-en-plak-werk: groepeer de zinnen die qua thema bij elkaar horen. Maak er een alinea van en kies daar een pakkend woord uit als (voorlopig) tussenkopje.
6. Ronde 1 van het boetseerwerk: maak je zinnen vlotter, haal de fouten eruit en knip te lange zinnen in twee (of drie) stukken. En: kill your darlings! Een zin met de stijl en allure van Bomans, Van Kooten of Elsschot, maar die geen bijdrage levert aan het beantwoorden van je centrale vraag? Behandel hem - voor een vlekkeloos resultaat - met Ctrl-X.
7. Schrijf het intro en de kop alsof het een advertentie voor je tekst is. In dikke letters en iets meer woorden staat er: 'Lees mij!'
8. Stuur nu iedereen weg en doe de deur dicht. Of zoek een rustig, afgelegen plekje op.
9. Ronde 2 van het boetseerwerk: lees nu je tekst hardop voor. Nee, je hoeft je niet te schamen. Je hebt immers tip 8 opgevolgd. Toch? Vergeten woorden, kromme zinnen, een storende herhaling van steeds hetzelfde woord... luisterend naar je eigen stem, haal je ze er allemaal moeiteloos uit. Voor de spelfouten gebruik je je interne spellingcontrole én die van je tekstverwerker. Twee weten meer dan één en bedrijfsblindheid voor zelfgemaakte taalbloopers is zelfs onder de 'beroeps' berucht.
10. Print je artikel uit. Glas wijn, goed slapen, stevig ontbijt. Lees het verhaal na dat halve etmaal nog eens door en je frisse blik betrapt je op de laatste foutjes. Een verstandig persoon in huis of in je netwerk? Laat hem of haar meelezen en vraag om meedogenloze feedback.
2. Formuleer de centrale vraag waarop het artikel antwoord gaat geven. Ofwel: wat wil je - in één zin geformuleerd - vertellen?
3. Bestudeer je (virtuele) lezer: voorkennis, belevingswereld, leeftijd, belangstelling... alles telt.
4. Begin. Schrijf op wat in je opkomt. Dan heb je alvast de klei; boetseren komt later wel.
5. Tijd voor het knip-en-plak-werk: groepeer de zinnen die qua thema bij elkaar horen. Maak er een alinea van en kies daar een pakkend woord uit als (voorlopig) tussenkopje.
6. Ronde 1 van het boetseerwerk: maak je zinnen vlotter, haal de fouten eruit en knip te lange zinnen in twee (of drie) stukken. En: kill your darlings! Een zin met de stijl en allure van Bomans, Van Kooten of Elsschot, maar die geen bijdrage levert aan het beantwoorden van je centrale vraag? Behandel hem - voor een vlekkeloos resultaat - met Ctrl-X.
7. Schrijf het intro en de kop alsof het een advertentie voor je tekst is. In dikke letters en iets meer woorden staat er: 'Lees mij!'
8. Stuur nu iedereen weg en doe de deur dicht. Of zoek een rustig, afgelegen plekje op.
9. Ronde 2 van het boetseerwerk: lees nu je tekst hardop voor. Nee, je hoeft je niet te schamen. Je hebt immers tip 8 opgevolgd. Toch? Vergeten woorden, kromme zinnen, een storende herhaling van steeds hetzelfde woord... luisterend naar je eigen stem, haal je ze er allemaal moeiteloos uit. Voor de spelfouten gebruik je je interne spellingcontrole én die van je tekstverwerker. Twee weten meer dan één en bedrijfsblindheid voor zelfgemaakte taalbloopers is zelfs onder de 'beroeps' berucht.
10. Print je artikel uit. Glas wijn, goed slapen, stevig ontbijt. Lees het verhaal na dat halve etmaal nog eens door en je frisse blik betrapt je op de laatste foutjes. Een verstandig persoon in huis of in je netwerk? Laat hem of haar meelezen en vraag om meedogenloze feedback.
Tien tekens dat je a-technisch bent
1. Je scheert je met een memorecorder.
2. Je denkt dat je een antenne-aansluiting nodig hebt voor je nieuwe wasmachine met meer programma's.
3. Je vond het humor, die cd-i van Monty Python, alleen al het feit dat je hem moest dubbelvouwen voordat hij in je diskdrive paste.
4. Je denkt dat het faxen mislukt is, omdat je origineel er weer uitkomt aan de onderkant van het apparaat.
5. Je hebt maar voor nachtdienst gekozen omdat je je wekker niet kunt zetten en die staat standaard op 0:00 uur.
6. Als je vriendin je een steeksleutel vraagt, begin je zenuwachtig aan je sleutelbos te pulken.
7. Je droogt je hondje na een fikse herfstwandeling in de magnetron.
8. Je draait het gas onder je waterkoker nog maar wat hoger.
9. Je durft de stekker niet in het stopcontact te steken, omdat je niet weet welke kant de plus, en welke kant de min is.
10. Je draait het lampje in de koelkast los, voordat je de deur sluit.
(met dank aan Arjan Broere)
2. Je denkt dat je een antenne-aansluiting nodig hebt voor je nieuwe wasmachine met meer programma's.
3. Je vond het humor, die cd-i van Monty Python, alleen al het feit dat je hem moest dubbelvouwen voordat hij in je diskdrive paste.
4. Je denkt dat het faxen mislukt is, omdat je origineel er weer uitkomt aan de onderkant van het apparaat.
5. Je hebt maar voor nachtdienst gekozen omdat je je wekker niet kunt zetten en die staat standaard op 0:00 uur.
6. Als je vriendin je een steeksleutel vraagt, begin je zenuwachtig aan je sleutelbos te pulken.
7. Je droogt je hondje na een fikse herfstwandeling in de magnetron.
8. Je draait het gas onder je waterkoker nog maar wat hoger.
9. Je durft de stekker niet in het stopcontact te steken, omdat je niet weet welke kant de plus, en welke kant de min is.
10. Je draait het lampje in de koelkast los, voordat je de deur sluit.
(met dank aan Arjan Broere)
Abonneren op:
Posts (Atom)